Op 13 september jl. presenteerde het kabinet het Regeerprogramma. Dit programma bevat een breed scala aan fiscale maatregelen die volgens het kabinet gericht zijn op het versterken van het ondernemingsklimaat, bestaanszekerheid, het bieden van fiscale stabiliteit en voorspelbaarheid. Hieronder volgt een top 10 concrete fiscale maatregelen.
Top 10 concrete fiscale maatregelen uit het Regeerprogramma
16-9-2024 Op 13 september jl. presenteerde het kabinet het Regeerprogramma. Dit programma bevat een breed scala aan fiscale maatregelen die volgens het kabinet gericht zijn op het versterken van het ondernemingsklimaat, bestaanszekerheid, het bieden van fiscale stabiliteit en voorspelbaarheid. Hieronder volgt een top 10 concrete fiscale maatregelen.1. Lastenverlichting voor bedrijven
Het kabinet introduceert verschillende lastenverlichtingen voor bedrijven, waaronder:
- de verlaging van de mkb-winstvrijstelling naar 12,03% gaat niet door;
- de afschaffing van de inkoop eigen aandelen gaat niet door;
- de maximale renteaftrek in de vennootschapsbelasting wordt verhoogd van 20 naar het Europees gemiddelde van 25% van de gecorrigeerde winst (EBITDA);
- de verhoging van de CO2-heffing voor industrie is van de baan;
- er gaat een streep door de verhoging van de energiebelasting.
2. Stabiel regulier tarief vennootschapsbelasting
Het kabinet streeft naar een stabiel en voorspelbaar fiscaal beleid. Expliciet worden het reguliere Vpb-tarief genoemd, een aantrekkelijke fiscale kenniswerkersregeling, de WBSO en de innovatiebox. Het lijkt erop dat hiermee het kabinet uitspreekt dat deze regels en tarieven onveranderd blijven.
3. Verlaging van de overdrachtsbelasting
Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting voor beleggers wordt verlaagd van 10,4 naar 8%. Dit tarief geldt voor alle onroerende zaken, behalve de eigen woning. Deze maatregel moet investeren in (huur)woningen aantrekkelijker maken.
4. Introductie derde schijf in de inkomstenbelasting
Er wordt een extra derde schijf in de inkomstenbelasting geïntroduceerd en er komt een verlaging van het tarief in de eerste schijf. Het doel is meer loon naar werken door een lastenverlichting op arbeid en verlaging van de marginale belastingdruk voor burgers. Het kabinet financiert deze lastenverlichting deels door het verlagen van de algemene heffingskorting. Na Prinsjesdag kunnen we de concrete cijfers en tarieven zien.
5. Behouden van de fiscale positie van de eigen woning
De huidige regeling rond de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait blijft ongewijzigd.
6. Tegenbewijsregeling box 3
Er komt een tegenbewijsregeling voor box 3, waardoor verhuurders de mogelijkheid krijgen om het werkelijke rendement over hun gehele vermogen aan te tonen bij de Belastingdienst.
7. Differentiatie vliegbelasting naar afstand per 2027
Deze maatregel wordt ingevoerd om de hogere uitstoot van langeafstandsvluchten zwaarder te belasten. De verhoging van de vliegbelasting wordt per 1 januari 2027 ingevoerd via een apart wetstraject of wordt opgenomen in het Belastingplan 2026.
8. Energiebelasting van huishoudens
Het tarief van de energiebelasting op aardgas zal in de eerste en tweede schijf worden verlaagd. Dit is bedoeld om de energierekening voor huishoudens te verlagen.
9. Invoering plasticheffing per 2028
Het kabinet is van plan om per 2028 een heffing op plastic in te voeren waarbij ook wordt gekeken naar mogelijke alternatieve beprijzingsmaatregelen voor het stimuleren van circulair plastic. De heffing op plastic en/of alternatieve beprijzingsmaatregelen hebben een beoogde netto-opbrengst van € 547 miljoen structureel.
10. Wetsvoorstel beëindiging salderingsregeling
Er komt een wetsvoorstel voor beëindiging van de salderingsregeling voor kleinverbruikers met ingang van 1 januari 2027.
Veel plannen zijn al eerder aangekondigd in het Hoofdlijnenakkoord van mei. De verwachting is dat een aantal plannen in uitgewerkte vorm zal terugkomen op Prinsjesdag 2024. Houd er rekening mee dat een aantal wellicht ook geen doorgang zal vinden.