Spreiding
De fotografen en inmeters van Zien24 zitten verspreid over het hele land. ‘Die spreiding vormt wel een uitdaging,’ aldus Boy. ‘Want hoe houd je mensen dan bij je organisatie betrokken? We organiseren daarvoor regelmatig events en proberen door kleine dingen het Zien24-gevoel over te brengen. Dus niet één groot kerstpakket in december, maar kleine attenties het hele jaar door. Ook houden onze medewerkers onderling contact via Slack, een chattool vergelijkbaar met het vroegere MSN.’
Nieuwe generatie
Door de groei van Zien24 zijn Matthijs en Boy druk met het werken aan hun bedrijf. Het personeelsmanagement is daar een onderdeel van. Boy: ‘Dat vind ik soms lastig. Voor veel jongeren is dit hun eerste baan. En de millennials kijken anders tegen werken aan dan dat wij dat vroeger deden. Voor hen is het sociale aspect heel belangrijk, we zien dat ze ook privé vaak dingen met elkaar ondernemen. En door alle social media is hun spanningsboog niet zo groot. Ik moet ze ook anders benaderen, kritische feedback moet ik bijvoorbeeld op de juiste manier verpakken…. En ze vinden, meer dan mijn generatie, de balans tussen werk en privé belangrijker. Daar staan gelukkig ook veel positieve zaken tegenover. Ik ervaar dat jongeren zich heel betrokken voelen bij dit bedrijf, dat ze goede ideeën hebben en veranderingen en nieuwe technieken heel snel adopteren. En zeker dat laatste is hier een absolute must.’
Valkuilen en verhalen
Nog even terug naar het strategische besluit van Zien24 om het productieproces te outsourcen. Boy: ‘Eerst naar India, maar dat bleek moeilijk te managen vanuit Nederland. Een medewerker van Chinese afkomst zette ons op het spoor van China. Enthousiast, maar volkomen onvoorbereid, vlogen wij vervolgens naar de stad Shenzen in China. Om er daar achter te komen dat bijna niemand Engels spreekt. Met handgebaren kregen we een taxichauffeur zover om ons bij de universiteit af te zetten, waar we op zoek gingen naar een student die Engels sprak. We liepen willekeurig een lokaal in en wat bleek? De professor die daar voor de klas stond, sprak Engels, had twee jaar in Rotterdam gewerkt en had een connectie met mijn oude werkgever…. Hoe groot is die kans dat je zo iemand spontaan ontmoet in een stad met 16 miljoen inwoners? Die professor bracht ons vervolgens met de juiste mensen in contact.’ En waarom Portugal? ‘Naast China wilden we een productiecentrum dichter bij huis. Een relatie van ons had een kantoor in Portugal. Daar is de infrastructuur en het internet goed, spreken veel mensen Engels, waren de prijzen nog relatief laag en was de vastgoedmarkt booming. Ook nu gingen we weer enthousiast van start. We openden een kantoor in Faro en pimpten dat eerst helemaal op. Alleen… Faro bleek een soort spookstad, we konden geen personeel krijgen. Inderdaad, een valkuil! We begonnen opnieuw, dit keer op een flexplek in Lissabon. Inderdaad, het leermoment! Los daarvan besloten Matthijs en ik om in Lissabon af te gaan bouwen. We vinden dat we te veel met verschillende dingen bezig zijn. We gaan ons nu eerst focussen om in Nederland “de keuken” goed op orde te krijgen. Zien we dan een kans in het buitenland, bij voorkeur in Amerika, dan grijpen we die met beide handen aan.’